10. De kinderen

Als je op mijn leeftijd de liefde zoekt, vis je in een vijver waar de meeste visjes al eens kuit hebben geschoten. Ik heb daar vrede mee, temeer omdat ik geen behoefte voel zelf nazaten te veroorzaken en de keuze heb gemaakt dat ook niet meer te kunnen. Ik heb niks tegen kinderen, maar ik ben te oud en de wereld is vol genoeg. Als ik van meerwaarde kan zijn voor de kinderen van een ander, is dat ook prima.

De liefde van mijn leven heeft 3 kinderen: Sam (16), Vera (14) en Daan (12); respectievelijk twee keer autistisch en één keer adhd. Het was een package deal.

Het zijn slimme kinderen: gymnasium, havo en technasium, hoewel het nog wel spannend is of elk de eindstreep gaat halen. Ze zijn meestal in staat tot normale sociale interactie, behalve met z’n drieën aan tafel.

Hoewel hun papa gewoon papa is en 50 procent van de tijd de kinderen huisvest, deed ik in aanvang erg mijn best van zoveel mogelijk toegevoegde waarde te zijn: ik was de dienstbaarheid zelve, ging geen klusje uit de weg en probeerde met kleine attenties hun waardering te verdienen. Beetje dom voor iemand die al sinds 20 jaar doorlopend met leerlingen en vrienden met een handicap in het autistisch spectrum omgaat, zou je zeggen. En als je dat zegt, heb je gelijk.

Ik verschuil me bij deze misstap achter het feit dat ik nu geen professionele afstand bewaarde. Overigens is er op zich niets mis met dit gedrag, ware het niet dat ik blijkbaar mijn verwachtingen ben gaan voeden. En dat is niet verstandig. Want hoe vriendelijk en welopgevoed deze kinderen ook zijn, mijn bestaan is voor hen van geen noemenswaardig belang. Dat merk ik als ze na een week afwezigheid binnenkomen en me niet of nauwelijks groeten of als ze een week later weggaan zonder van mij afscheid te nemen. Er wordt -op z’n gunstigst- geïnformeerd naar mijn afwezigheid als ik een keer niet bij een gezamenlijke activiteit ben. En soms doet dat zeer. Zoals toen een poosje geleden Sams medicatie niet op orde was hij me toebeet dat ik me overal mee bemoeide en dat het soms voelde alsof hij twee vaders had van wie hij aan één een hekel had. Ik mocht raden welke. Of toen Vera aan tafel weer eens geen hap van haar ontbijt nam en ik -omdat mama even boven was – een aanmoediging dacht te moeten geven toegebeten kreeg dat ik misschien wel de oorzaak van haar eetprobleem was.

Beiden hebben na deze opmerkingen excuses aangeboden (na wat lichte dwang van mama), maar ik ben zelf geschrokken van hoe ik mij laat raken door zulke schijnbaar achteloze verwijten.

Sinds kort probeer ik mezelf in te houden me rechtstreeks voor de kinderen in te zetten. Dat vind ik niet makkelijk. Gelukkig kan ik voor mama wel alles doen. Want mama is mijn grote liefde en als je wilt weten hoeveel ik van mama houd, kijk je maar naar hoe de kinderen zijn.

Dikke huid – Irmgard Tummers – Uitgeverij Palmslag
ISBN 978 94 933 4320 7

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.