35. Spelletjes

Frida houdt van spelletjes. Bord-, dobbel- en kaartspelen welteverstaan. Als gevolg daarvan zijn ook Sam, Vera en Daan opgegroeid met spelletjes. En nog steeds zijn ze regelmatig te porren voor een potje (los van alle games die er gespeeld worden op de elektronische schermen). Als we samen aan tafel gaan zitten voor een spel, is de eerste uitdaging al achter de rug. Een meestal moeizame consensus over welk spel het gaat worden is blijkbaar bereikt. De tweede uitdaging is dan aanstaande: om een kans te hebben samen het eind van het spel te halen, is de gebruiksaanwijzing van de kinderen net zo belangrijk als die van het spel. En dat is best een uitdaging, want ze willen alle drie graag winnen.

Sam, de oudste, wil niet dat er afgeweken wordt van de regels van het spel. Verder wil hij graag dat er sympathiek wordt gespeeld. Als het spel geen uitzicht biedt op zijn winst, dan gaat de klaagbox open en krijgen we te horen dat hij nooit wint en altijd slechte kaarten/worpen heeft. Hij blijft wel aan tafel, maar het wordt aanmerkelijk minder gezellig. Wij blijven bemoedigende woorden spreken en vermijden spel-acties die hem te veel schaden.

Vera is bereid de waarheid te verdraaien als dat haar voordeel oplevert. Dat hoeft ze niet zo vaak te doen, want het geluk kleeft aan haar onderrug (in haar geval kun je het geen kont noemen). Zij kan in de spaarzame gevallen dat zij niet wint, het best omgaan met de winst van Frida of Sam. Het is van cruciaal belang tijdens het spel geen opmerkingen te maken over haar beurt als die iets minder uitpakt. Dat kan zomaar tot een driftbui leiden. Hier kan het helpen om te wijzen op het grotere verlies van een ander aan tafel. In geen geval haar verlies toeschrijven aan haar handelen, altijd aan het lot.

Daan speelt het liefst volgens zijn eigen regels. Deze regels zijn heel flexibel. Iedereen wint en hij wint een beetje meer. Ook hij ziet, na zichzelf het liefst mama of Sam winnen. Die eigen regels vallen niet goed bij Sam. Daan hoeft alleen een beetje in toom te worden gehouden en loopt niet zo snel weg.

Het is niet zo dat de kinderen mij de winst misgunnen, maar ik vind het zelf echt niet zo belangrijk of ik win en dat hebben ze ondertussen begrepen. Ik mis de killer-mentaliteit die nodig is.

Frida is ook heel goed in de één op één spelletjes met haar kroost. Er zit vaak een therapeutisch element in waarbij ze er toch in slaagt het spel tot een goed einde te brengen. En ze laat niet van zich winnen. Vooralsnog doe ik geen spelletjes met hen zonder haar. Behalve op de Wii. Dankzij een goede update heb ik die nu uitgerust met 75 spelen op een harde schijf. Ik ben wel fanatiek in het (beschikbaar) maken van spelletjes.

Als ik samen met Frida een spelletje doe, ben ik zogenaamd ook fanatiek. Maar dat is spel.

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.