36. Navigatie

Hoewel ik volgens mij best geëmancipeerd ben, kan ik in de omgang met vrouwen stiekem genieten van één van de weinige zaken waarvoor mannen gemiddeld meer aanleg lijken te hebben dan de andere sekse: richtingsgevoel. Het is onschuldig vermaak als ik lach, omdat zij uit de winkel komend steevast de kant opgaat waar we vandaan kwamen. Daarentegen weet ík, ook in een vreemde omgeving, vaak te verrassen door via een andere route op de goede plaats uit te komen. En de bewondering daarvoor vind ik wel geinig. Maar er hapert de laatste jaren steeds vaker iets in mijn navigatie en ik weet nog niet waardoor.

Ik neig de oorzaak in eerste instantie buiten mezelf te zoeken. Zoals vrijwel iedereen ben ik me in de loop van de tijd steeds meer gaan richten op de elektronische navigatie. Dat maakt lui. Vroeger hoefde ik maar 1 keer het Shell stratenboek in te zien om naar mijn bestemming te rijden. Meestal reed ik zonder te checken terug en de keren erna helemaal zonder het stratenboek te gebruiken. Maar kennis die je niet gebruikt, verlies je. Nu rijd ik bijna nergens meer heen zonder navigatie en het is meerdere keren gebeurd dat ik op een mij bekende route een afslag miste omdat ik, door het niet gebruiken van de TOMTOM, niet werd gewaarschuwd. Leve de vooruitgang.

Ook lopend door een grote onbekende stad lijkt de mobiel voor navigatie een uitkomst, maar is het regelmatig oorzaak van verwarring. In bijvoorbeeld New York, maar ook kort geleden in Berlijn blijkt de aanduiding van de huidige positie nog weleens een straat(kant) af te wijken. Als je daar niet op bedacht bent, loop je dus de verkeerde kant op. En dan moet zij lachen.

In Japan had ik de eerste ervaring met kaarten die draaiden in de looprichting. Elke keer als er onderweg een kaart op een muur stond, was de oriëntatie anders. Ik ben opgegroeid met kaarten waarbij het noorden naar boven wijst, maar daar kreeg ik een voorproefje van wat nu digitaal zo gewoon is. Ik had daar moeite mee en misschien is dat nog steeds de oorzaak. Ik kan in mijn hoofd geen route opslaan die de hele tijd draait.

Maar het zou ook aan mij kunnen liggen. Ik las in de Volkskrant dat mensen die opgroeien op het platteland meer gevoel voor richting hebben dan stedelingen. Ben ik te lang Friesland uit? Woon ik te lang in de stad? Of heeft het met mijn leeftijd te maken? Dat laatste is een vervelende gedachte, want daar valt niets aan te repareren. Ik kan het wel hebben dat ik uitgelachen word als ik vol overtuiging de verkeerde uitgang van de metro kies (ik heb daar een talent voor), maar gevoel voor richting is een kwaliteit waaraan ik al zolang ben gewend en ik weet niet of ik klaar ben om dat op te geven. Dus ik vestig mijn hoop op steeds betere hulpmiddelen in de toekomst en mijn “mannelijk” technisch inzicht daarmee om te gaan.

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.