48. Sport

Ik hou van sport. Om naar te kijken, welteverstaan. Ik heb in mijn leven ook wel wat aan sport gedaan, maar de weerstand ertegen is rechtevenredig aan mijn gewichtstoename. Ik vind nu 3 verdiepingen traplopen al een uitdaging. Ik beweeg wel: ik fiets naar mijn werk (22 of 16 km), ik wandel regelmatig en ik neem – als ik de keuze heb – vaker de trap dan de lift. Maar van sporten in de zin van me uitsloven met overmatig zweten als gevolg, ben ik geen liefhebber. Zou wel moeten, misschien, maar dat is een ander verhaal.

Ik hou dus van het kijken naar sport. Liefst thuis op de bank. Terwijl ik dit schrijf, scoort het Spaanse damesvoetbalelftal tegen Argentinië. Het is nu 1 – 0. Wat ik mooi vind aan sport is niet zozeer de techniek, hoewel ik daar ook wel van kan genieten, maar vooral de emotie die gepaard gaat met scoren of winnen. Leedvermaak is aan mij niet zo besteed, dus de verliezers hoeven van mij niet uitgebreid in beeld (met uitzondering van een verliezende Cristiano Ronaldo). 

Een wedstrijd hoeft van mij niet noodzakelijk spannend te zijn om te kijken: ik kijk rustig hoe Max 52 rondes aan kop rijdt of een etappe Tour de France waar de vroege ontsnappers onbedreigd na 80 km de finish passeren. Vroeger keek ik regelmatig een hele partij snooker en, als ik mezelf de tijd zou geven, zou ik van tennis met liefde alle sets van een leuke match zien. Het prettige aan vakantie is dat ik nu wat meer tijd heb om van de zomersporten te genieten. Ik kijk nu al uit naar de Olympische Spelen volgend jaar.

Mijn ervaring is dat vrijwel alle sporten leuk worden als je er genoeg naar kijkt. De twee uitzonderingen die mij tot nu toe nooit hebben kunnen boeien, zijn dressuur en cricket. Ik kan daar op termijn waarschijnlijk quadball aan toevoegen, maar nu werkt dat op mijn lachspieren en dat is ook wat waard. Dressuur is razend knap, maar vind ik heel saai om te zien en ondanks herhaalde pogingen begrijp ik niets van cricket.

Hoewel ik uren besteed heb aan het kijken naar sport, heb ik er nauwelijks verstand van. Ik ken heel weinig sporters van naam en kan bij het horen van een naam er ook meestal geen prestatie aan koppelen. Ik ben ook geen echte supporter. Vroeger was ik voor Ajax (ik denk omdat ik daar een petje van had) en voor Cambuur (vanwege mijn afkomst), maar toen ik les ging geven in Rotterdam ben ik gewisseld naar SC Heerenveen (omdat het met Cambuur toen slecht ging) en mijn ongegronde voorkeur voor Ajax heeft plaatsgemaakt voor sympathie voor het hardwerkende Feyenoord. Maar ik volg de competitie nauwelijks.

Waar ik trouwens niets mee heb, is het praten over sport. Talkshows over sport vind ik verschrikkelijk, net als experts en voor- en nabeschouwingen. Als er lezers zijn die deze blog in die categorie vinden passen, dan bied ik mijn oprechte excuses aan. Volgende week beter.

Eén reactie op “48. Sport”

  1. Theo Ruyter Avatar
    Theo Ruyter

    Mooi dat je het woord damesvoetbal in ere houdt! En de verliezende Ronaldo, met z’n adamsappel… Inderdaad, alle sporten worden leuk enz. Heb laatst zelfs langer dan een halve minuut naar een klimmuur zitten kijken. Goede reis morgen!

    >

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.