50. Lucht

Ik heb slechte luchtwegen. Mijn neus is bijna altijd al grotendeels verstopt door opgezwollen slijmvliezen als gevolg van huisstofmijt allergie. En blijkbaar is overal, altijd huisstofmijt. Zelfs op vakantie.

Met slechte luchtwegen kun je overigens oud worden. Het is een genetisch defect via mijn vaders kant. Ik weet nog dat ik vroeger mijn opa luid hoorde ademen als ik naast hem zat en tegenwoordig valt het geluid van mijn eigen ademhaling me ook vaak op. Ik zou een puffer mogen gebruiken, maar ik heb een slecht gevoel bij de gedachte dat de rest van mijn leven te moeten doen.

De gevolgen van een slechte neus zijn divers. Mijn stem klinkt altijd nasaal, ik snurk (en niet een beetje maar daar is mijn gewicht ook debet aan), mijn smaakpapillen werken niet zo goed en bij de eerste de beste virusvariant, loop ik hele familiepakken tissues weg te snuiten.

Dat mijn stem nasaal klinkt, heb ik ondertussen geaccepteerd. Het betekent dat ik de meeste stemmetjes van Jim Henson (Muppets) en Wim T. Schippers (Sesamstraat) kan nadoen. Elk nadeel heb z’n voordeel.

Voor snurken heb ik een beugel. Die werkt maar beperkt. Er zit een veer aan die mijn tong moet beletten om in mijn luchtpijp te zakken en, toegegeven, mijn apneu is wel veel minder sinds ik het ding ‘s nachts draag. Maar tegen snurken werkt hij nauwelijks: hoewel Frida oordoppen op maat heeft, die geluidsbarrière zaag ik regelmatig dwars doorheen.

Het voordeel aan weinig proeven is dat ik niet veel hoeft uit te geven aan dure merken: het huismerk is mij vaak goed genoeg. Zo onderscheid ik ook nauwelijks vers van niet vers of houdbaar van niet-meer-houdbaar. Sterkere smaken komen wel goed door. Daarom ben ik een liefhebber van scherp gekruid eten. Zo is de boterham met pindakaas en sambal een vast item op mijn dagmenu. Maar ook mosterd, wasabi en curry gebruik ik graag en vroeger (op mijn leeftijd mag ik dat wel zeggen) gebruikte ik ook erg veel zout. Die gewoonte heb ik afgeleerd en dat is met het oog op mijn toch al hoge bloeddruk wel zo verstandig. 

Het grootste nadeel van slechte luchtwegen is het tekort aan lucht, zeker als je verkouden bent. Mijn conditie is al niet bijzonder goed (een work in progress samen met mijn gewicht), maar nu ik vaak lesgeef op de derde verdieping, kan ik me nog minder lucht eigenlijk niet veroorloven. Op weg naar boven bedenk ik dan een excuus om op de tweede etage iets te kopiëren of even te stoppen bij een collega voor een praatje om de drie verdiepingen niet in één ruk te hoeven lopen.

Het meest voor de hand liggende gevolg van een slechte neus is natuurlijk een minder goede reuk. En hoe lyrisch mensen ook kunnen doen over de geuren van de natuur en de herinneringen die geuren op kunnen roepen: als ik naga wat ik zoal ruik op de momenten dat mijn neus wel vrij is, beschouw ik een slechte reuk vooralsnog als een voordeel.

Eén reactie op “50. Lucht”

  1. Everine Avatar
    Everine

    Je hebt gewoon n goede neus voor recht en ontecht. Dat is ook veel waard!

    Liefs van (Suus en) mij van zonnig Bonaire

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.