54. ISK

Het werken met buitenlandse leerlingen is een bewuste keuze. Ik merk bij mezelf een groeiende weerstand tegen normaal onderwijs aan leerlingen die zich als klanten laten bedienen. En de klant is koning. Elke leerling is een deel van de financiering van de school, dus de vraag lijkt niet meer te zijn wat de leerling moet leren om te blijven of te slagen, maar hoe de school kan verantwoorden dat niet de helft van de leerlingen met een schop onder het achterwerk is weggestuurd. En daar gaan sommige scholen heel ver in. Presentie en inspanningsverplichting zijn een wassen neus. Leerplichtambtenaren zijn tandeloze tijgers. En, hoewel ik het niet wil idealiseren: bij leerlingen uit het buitenland is dat beter. 

In mijn korte loopbaan op het reguliere mbo als docent kunstonderwijs brandde ik af op klassen waarvan in het beste geval 20 procent van de leerlingen kwam opdagen. Met geen enkele consequentie voor de wegblijvers en geen voordeel voor de aanwezigen. De taalzwakke groepen (buitenlandse leerlingen) waren de uitzondering. Die waren er vaak allemaal. Dat motiveerde mij om te solliciteren bij de Internationale Schakelklassen: onderwijs aan leerlingen die de Nederlandse taal nog moeten leren. 

Maar lesgeven op een ISK heeft eigen uitdagingen. Het komt bijvoorbeeld bovengemiddeld vaak voor dat buitenlandse leerlingen antwoord-drift hebben: ze zijn niet geïnteresseerd waarom een antwoord klopt, ze willen het alleen opschrijven. Zodra dat gelukt is, is er geen belangstelling meer voor de uitleg. Overschrijven is de favoriete methode, maar hardop alle mogelijke antwoorden roepen is ook populair. Als ik dan niet inga op het juiste antwoord omdat ik eerst wil uitleggen hoe het antwoord tot stand komt, is de verontwaardiging groot als blijkt dat het goede antwoord daarvoor al een keer geroepen is. 

Een ander gangbaar cultureel verschijnsel binnen de ISK is het willen vertonen van gewenst gedrag. Daar is op zich niets mis mee, ware het niet dat een onderdeel daarvan is om altijd te doen alsof je het begrijpt, terwijl dat best vaak niet zo is. Het meest pijnlijke voorbeeld daarvan kreeg ik toen ik op enig moment tijdens de uitleg overging in jabbertalk (onzintaal) met als doel iets te demonstreren. Terwijl ik allerlei niet bestaande woorden en zinnen uitkraamde, zag ik bij de meeste leerlingen geen enkele verandering in hun luisterhouding. Demonstratie mislukt en een pijnlijk moment van zelfreflectie.

Deze week was er ouderavond. Het is altijd lastig om alle ouders op school te krijgen, maar deze keer was het moment blijkbaar bijzonder ongunstig gekozen. Van mijn klas met 15 leerlingen heb ik van 5 een ouder de hand mogen schudden. Ik heb de indruk dat de wegblijvers niet heel veel meer hebben gemist dan degenen die er waren: zonder uitzondering bleken deze ouders de Nederlandse taal nog minder te beheersen dan hun nageslacht. Gelukkig hadden drie ouders hun telg meegenomen en konden die (deels) mijn presentatie vertalen. Iedereen knikte tevreden toen ik klaar was en er waren geen vragen. Ik heb maar geen controlevragen gesteld. Nu nog bedenken hoe ik de wegblijvers ga bereiken.

Eén reactie op “54. ISK”

  1. Theo Ruyter Avatar
    Theo Ruyter

    Dag Cor,

    Tot mijn eigen verrassing ging ik deze keer (54) bij jou direct de mist in…

    Ik associeerde spontaan met de wegblijvers in je klassen op Bonaire en begreep pas na ettelijke alinea’s dat het ging over ons gedeeld hedendaags poldergebeuren. Misschien had je voor buitenstaanders als ik beter eerst even de begrippen ISK en ’buitenlandse leerlingen’ kunnen uitleggen. Of kan dat alsnog.

    Zit momenteel zelf te broeden op het begin van een tekst over ‘Escher in de jungle’… (Als je nog weet waar dat op slaat.)

    Groeten, Theo.

    Like

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.