67. Dag Sinterklaasje

Hij is weer naar Spanje, de kindervriend. En dit jaar had het feest een kleine verrassing voor me in petto. En dat bracht dan weer verschillende herinneringen boven.

Op de basisschool ben ik een aantal jaar verbaasd geweest (zelf als niet-gelover) dat ik van Sinterklaas altijd een knipoog kreeg. Het was niet mijn verbeelding: hij deed dat bij andere kinderen niet. Ik dankte mijn bijzondere status, zo verklapten mijn ouders mij later, aan het feit dat deze goedheiligman op zondag bij ons in de kerk zat. Zijn naam is me even ontschoten, maar voor mij was hij een echte Sinterklaas. Net zo echt als Bram van der Vlugt. En een echte Sint geeft toch een kleine kriebel in de onderbuik.

In latere jaren heb ik het plezier mogen beleven om tijdens de periode rond pakjesavond als zwarte Piet te mogen rondlopen. Ik heb geen mening over het verdwijnen van deze vorm van Piet, behalve dat ik op persoonlijke conto geen behoefte had om met een paar vegen op het gezicht deze rol nog te vervullen. Want naast het vermaken van kinderen was de door pruik en schmink ontstane anonimiteit waarmee ik volwassen vrienden en kennissen in totale verwarring kon achterlaten, geweldig leuk om uit te buiten. Ik gebruikte daar dan ook nog een overdreven Antilliaans accent bij, dus als je op voorhand niet wist dat ik het was, was herkenning onmogelijk.

Daarna ben ik een keer kerstman geweest tijdens lichtjesavond in Delft, maar in mijn beleving stond in vrijwel elke straat een collega kerstman en dat haalde wel de jeu eraf. Een tweetal leuke momenten van toen schieten me nog te binnen: het meisje (jaar of 5) dat mij vroeg of ik de echte Kerstman was. Omdat ik me kon voorstellen dat ze nog wel beter geklede exemplaren zou tegenkomen, heb ik toen gezegd dat ik de broer van de Kerstman was. Ze draaide zich abrupt om, trok haar vader aan de hand mee en zei met nauwelijks verholen teleurstelling: ‘t Is z’n broer. Later op de avond maakte een man met twee kinderen aan de hand een schertsende opmerking over mijn pak: Het mocht niet veel kosten, hè? Zijn opmerking negerend heb ik mij gewend tot de kinderen met de vraag of ze van de Sint al een Playstation hadden gekregen. Na hun ontkenning heb ik gesuggereerd dat ze maar eens onder de kerstboom moesten kijken. Papa vond het niet zo lollig.

Al deze herinneringen kwamen weer boven toen ik last minute gevraagd werd om op het kinderen-van-personeel-sinterklaasfeest de hoofdgast te spelen. Het was heerlijk. Met net voldoende kennis van het Sinterklaasjournaal kon ik de vragen pareren en heb ik de illusie voor de meeste kinderen in stand weten te houden. Kleine Ilias was kritisch en heb ik (zo vertelde zijn moeder mij later) niet kunnen overtuigen. Hij had in zijn dagboek geschreven “Sinterklaas is nep”. En hij heeft gelijk. Maar ik hoop in de toekomst nog een paar keer de Sint te mogen spelen. Of anders z’n broer.

Eén reactie op “67. Dag Sinterklaasje”

  1. Theo Ruyter Avatar
    Theo Ruyter

    Kan me niet herinneren dat je in dit opzicht ook op Bonaire je sporen hebt verdiend of stak mevrouw de baas daar toen een stokje voor? Theo

    >

    Like

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.