84. Fietsen

Ik heb wat met fietsen, al ben ik er later mee begonnen dan de meeste kinderen. Ik had namelijk een step en daarmee kon ik sneller dan de meeste fietsers. Pas zo rond mijn zevende levensjaar kreeg ik mijn eerste fiets. Een lowrider (dat heette destijds een buggy, maar die naam is gekaapt door de baby-industrie). Deze fiets was dermate stoer dat ik er mijn step voor liet staan. Maar omdat we binnen een jaar na aankoop aan de andere kant van de brug over het kanaal gingen wonen, was deze fiets niet praktisch voor woon/school verkeer en is er een degelijke Union voor in de plaats gekomen. Donkergroen. In mijn herinnering heb ik die een flink aantal jaren gehad, want mijn groeispurt kwam pas op mijn twaalfde.

In de periode van mijn Union, heb ik ook een racefiets gekregen. Naïef als ik was, had ik niet door dat deze fiets voor mij was toen ik voor een onbenullige boodschap naar de fietsenmaker was gestuurd en hij -voor net zo’n jongetje als ik- een fiets had staan die hij even wilde proberen voor mijn lengte. Op de dag van mijn verjaardag stond hij perfect afgesteld in de huiskamer op me te wachten.

Een krantenwijk zorgde voor veel reparaties aan mijn normale fiets. Banden plakken kon ik al wel, maar slagen uit mijn wiel halen niet. Door de racefiets heb ik me verder bekwaamd in het kunnen uitvoeren van de meest voorkomende reparaties. Daar heb ik tot op de dag van vandaag nog plezier van. Die vaardigheid scheelt, zeker bij de fiets van Daan, honderden euro’s reparatiekosten. Banden plakken, spaken vervangen, ketting smeren/repareren/vervangen en heel vaak verlichting herstellen zijn de meest voorkomende klusjes. En soms pak ik wat groters op, maar onder voorwaarde dat ik er het juiste gereedschap al voor in huis heb. En twee weken geleden was mijn eigen fiets aan de beurt.

Ik moet toegeven dat ik tegenwoordig een mooi-weer-fietser ben. Dreigende regen of harde wind vind ik een goed excuus om de fiets te laten staan. Nu is de kortste afstand woon/werk acht kilometer, dus een beetje begrijpelijk is dat wel. Toch slijt mijn fiets vrij snel. Als de kinderen er zijn passen namelijk niet alle fietsen in de schuur en aangezien ik degene ben die ze onderhoudt, staat de mijne de helft van de tijd buiten in weer en wind. Daar wordt een fiets niet beter van. Na de winterstop bleek er veel speling op mijn trapas te zitten en daar kon ik met mijn gereedschap niets aan corrigeren. De fietsenmaker wist me te vertellen dat de speling slijtage was en het vervangen van de trapas ging de dagwaarde ruimschoots te boven..

Gelukkig is er Marktplaats en heb ik een mooi en betaalbaar exemplaar gevonden van iemand zonder kinderen en/of met een grote schuur. Ik heb er wel een hoes voor gekocht, want ik wil hem nog even netjes houden. En nu maar hopen op veel droge dagen met weinig wind.

Eén reactie op “84. Fietsen”

  1. Theo Ruyter Avatar
    Theo Ruyter

    Goh, een gewone – én een racefiets! Kan me niet herinneren dat ik mijn vader of moeder ooit op een fiets heb gezien, wel dat ik zelf houten blokken had onder mijn trappers. Doei, Theo.

    >

    Like

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.